BLARICUM ORA
3239.358 1722.11.02
Regtdag gehouden den 2 November 1722
Gerbrand Hogenbirk Eysser in conventie en gede. in
reconventie
Contra Jan Willemsz goijer gede. en Eysser in voorn. cas.
Cnaap en ulig als Pro
persisteeren in conventie bij haar welgenomen eijsch en
conclusie vooe replicq, en in reconventie antwoordende seggen wel expresselijk
te ontkennen dat den Eijsser in reconventie in de Jaare 1717 aan de gede. in
het voorz. cas enig vimmen riet soude hebben gelevert ter somme van f 21.-.-.
Maar dat de eysser in reconventie in de Jaare 1718 van de gede. in reconventie
heeft geruijlt en ontfangen een paart tegens tien vimmen riet waarop door den
eysser in reconventie maar is gelevert 6 vim en 80 schoven riet staat aff derhalve de verdere presentatie aan
de sijde van Partijen gedaan en genomen, als captiens en intuffisant en dat de
eysser sijn verdere eysch en conete sal werden ontzeijt met de costen.
Edema voor de gede. in conventie weder eysser in
reconventie persisteren voor duplen in conventie en in reconventie voor reple
Cnaap en Ulig persisteren in reconventie voor dupe
Schepenen partijen gehoort inde sake tusschen Gerbrand
Hogenbirk eysser ter eenre en Jan Willemsz Goijer gede. ter andere zijde,
condenneren deselve metten anderen te reeckenen en te liquideren wegens het
geene den eene aan den anderen over en weder over heeft gelevert, en hetgeen
een van beijde bij slot van reeckening in voegen als vors schuldig mogt werden
bevonden, het selve in promptis te voldoen.
Compensers verder de costen van deze processen.
(volgens Kramer's woordenboek: 1 vim + 104 of 120
bos)